Hoge Raad Tik voor Hirsch Ballin, mogelijk hulp voor Wilders
Beledigend over islam praten mag
Volgens een uitspraak van de Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan, blijft het mogelijk om krenkende uitlatingen te doen over godsdienst, zonder dat daar straf op staat.
Het gaat om de zaak van M.B., die in 2004 – kort na de moord op Van Gogh – een poster voor zijn raam hing met de tekst ‘Stop het gezwel dat Islam heet’. Hij werd eerder veroordeeld, onder andere omdat hij artikel 137c zou hebben overtreden, dat onder meer belediging van een groep mensen op grond van hun godsdienst strafbaar stelt. De Hoge Raad vernietigt de veroordeling en spreekt hem vrij.
Het is volgens de Hoge Raad niet strafbaar om je beledigend uit te laten over een godsdienst, ook niet wanneer de aanhangers van die godsdienst daardoor in hun religieuze gevoelens worden gekrenkt. De uitlating moet onmiskenbaar over een groep mensen gaan.
De uitspraak is een gevoelige tik voor minister Hirsch Ballin van Justitie. Hij is van plan om artikel 137 uit te breiden met ‘indirecte belediging’. Dat houdt in dat een groep mensen al op een strafbare manier beledigd kan zijn door een uitlating over hun geloof. Hirsch Ballin stelt steeds dat hij daarmee niets anders doet dan de bestaande wetsgeschiedenis ‘verduidelijken’. De Hoge raad gaat hier recht tegenin. ‘Deze wetsbepaling moet volgens de wetsgeschiedenis beperkt worden uitgelegd’, zeggen de hoogste rechters van het land.
De uitspraak kan gunstig uitpakken voor Geert Wilders. Hij wordt op bevel van het Amsterdams Gerechtshof vervolgd, onder andere op artikel 137c. De rechter in zijn zaak moet onderzoeken of hij zich ‘onmiskenbaar heeft uitgesproken over een groep mensen die zich door hun godsdienst onderscheiden van anderen’, stelt de Hoge Raad. Wilders verdedigt zich vaak met het argument dat hij niet moslims aanvalt, maar de islam. Hier staat tegenover dat wel degelijk uitspraken van Wilders te vinden zijn waarin hij moslims als groep noemt. Daarnaast meent het Hof dat hij zich niet alleen mogelijk schuldig heeft gemaakt aan belediging, maar ook aan aanzetten tot discriminatie en aanzetten tot haat. Voor die vergrijpen stond M.B. niet terecht.
Auw!
bron
Beledigend over islam praten mag
Volgens een uitspraak van de Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan, blijft het mogelijk om krenkende uitlatingen te doen over godsdienst, zonder dat daar straf op staat.
Het gaat om de zaak van M.B., die in 2004 – kort na de moord op Van Gogh – een poster voor zijn raam hing met de tekst ‘Stop het gezwel dat Islam heet’. Hij werd eerder veroordeeld, onder andere omdat hij artikel 137c zou hebben overtreden, dat onder meer belediging van een groep mensen op grond van hun godsdienst strafbaar stelt. De Hoge Raad vernietigt de veroordeling en spreekt hem vrij.
Het is volgens de Hoge Raad niet strafbaar om je beledigend uit te laten over een godsdienst, ook niet wanneer de aanhangers van die godsdienst daardoor in hun religieuze gevoelens worden gekrenkt. De uitlating moet onmiskenbaar over een groep mensen gaan.
De uitspraak is een gevoelige tik voor minister Hirsch Ballin van Justitie. Hij is van plan om artikel 137 uit te breiden met ‘indirecte belediging’. Dat houdt in dat een groep mensen al op een strafbare manier beledigd kan zijn door een uitlating over hun geloof. Hirsch Ballin stelt steeds dat hij daarmee niets anders doet dan de bestaande wetsgeschiedenis ‘verduidelijken’. De Hoge raad gaat hier recht tegenin. ‘Deze wetsbepaling moet volgens de wetsgeschiedenis beperkt worden uitgelegd’, zeggen de hoogste rechters van het land.
De uitspraak kan gunstig uitpakken voor Geert Wilders. Hij wordt op bevel van het Amsterdams Gerechtshof vervolgd, onder andere op artikel 137c. De rechter in zijn zaak moet onderzoeken of hij zich ‘onmiskenbaar heeft uitgesproken over een groep mensen die zich door hun godsdienst onderscheiden van anderen’, stelt de Hoge Raad. Wilders verdedigt zich vaak met het argument dat hij niet moslims aanvalt, maar de islam. Hier staat tegenover dat wel degelijk uitspraken van Wilders te vinden zijn waarin hij moslims als groep noemt. Daarnaast meent het Hof dat hij zich niet alleen mogelijk schuldig heeft gemaakt aan belediging, maar ook aan aanzetten tot discriminatie en aanzetten tot haat. Voor die vergrijpen stond M.B. niet terecht.
Auw!
bron
laatste aanpassing