Beter kom je niet · HMKD '07 · zaterdag 19 mei 2007 · North Sea Venue · Zaandam

Te erg hahaha

Ziet er best nuchter uit moeste rijden zeker?

wat een sjatjes..

Elke keek ik haar zag was ze aan het glimlachen

24 uur per dag nie gelache is een dag nie geleefd... da weet jie we

Ik had een rondje gaan lopen, echt......

hhheeey mike!! ziet er goed uit!!! zo te zien waren ze wel goed hahaha

Uitspraak van verwijderd op donderdag 24 mei 2007 om 20:12:

Ik had een rondje gaan lopen, echt......

kan ik nog wat over vertellen ook

Bij het lopen worden de voeten intensief gebruikt. In de literatuur worden de anatomische bijzonderheden van de voet gezien als uniek voor het rechtop kunnen staan van de mens en het voortbewegen op twee voeten. Om alle schokken tijdens het lopen op te vangen, bestaat elke voet uit een samenstelsel van 26 beenderen en 214 gewrichtsbanden. Ook de bouw van de voet (hol) en het ruggenmerg dienen om de schokken op te vangen.

De gemiddelde loopsnelheid van de mens ligt tussen 0,8 en 1,2 m/s (dus circa 4 km/h) afhankelijk van leeftijd, gezondheid en motief (met welke bedoeling wordt er gelopen). Iemand van tachtig jaar heeft tijdens zijn leven ongeveer 120.000 km te voet afgelegd. Een kind (mens) kan pas lopen met zijn 3e à 4e levensjaar. Daarvoor is het op het ene been vallen en dan vlug het andere voorzetten. Lopen mag pas lopen genoemd worden, wanneer rustig en met evenwicht bij iedere stap op een been kan worden gestaan.

Een mens heeft bij het lopen zijn armen nodig. Dit om het juiste evenwicht te behouden. De linkerarm wordt naar voren gebracht tegelijkertijd met het rechterbeen.

Andere tweebenige dieren (zoals vogels) gebruiken hun kop om in evenwicht te blijven. Ze gooien hun kop dan bij iedere stap naar voren.

Dieren die op vier benen (poten) lopen, hebben dit niet nodig omdat nooit slechts één been op de grond staat, altijd twee of meer. Wel is het zo dat de linker voorpoot tegelijk wordt verzet met de rechter achterpoot (en andersom). Wordt dit niet gedaan, dan noemt men dit telgang.

Bij hard rennen (galopperen) wordt er meer gesprongen dan bij het lopen.